Springfield

In het hart van de Zuid-Afrikaanse streek Robertson vinden we het dynamische familiebedrijf Springfield. Eigenaar is de familie Bruwer, vierde generatie wijnboeren en negende generatie nakomelingen uit een geslacht van Hugenoten, de Bruères. Zij kwamen in 1688 vanuit de Loirestreek naar Zuid-Afrika, bijna letterlijk met een hele partij druivenstokken onder hun arm. 


Het bedrijf bevindt zich op een prachtige plek, die je bereikt via een door bomen geflankeerde, typisch Zuid-Afrikaanse onverharde weg. De ondergrond van de wijngaarden heeft een hoog kalksteengehalte, maar varieert sterk in de verschillende delen van het estate, van uitgesproken kleiig tot zeer stenig. Direct aan de Breederivier is het gehalte aan zand juist weer hoger. Door het arme karakter van de ondergrond is deze bodem zeer geschikt voor de wijnbouw. Een andere gunstige factor zijn de grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht. Door de geringe hoeveelheid regen, niet meer dan 200 millimeter per jaar, is irrigatie van de stokken noodzakelijk. Een voordeel van de droogte is dat er weinig behandeling nodig is tegen ziektes en er derhalve maar weinig bestrijdingsmiddelen gebruikt worden. Ook wordt er gewerkt met de natuurlijke gisten.

Op dit moment is de leiding van Springfield in handen van een broer-en-zus-team: Abrie and Jeanette Bruwer, die net zoveel passie hebben voor de wijn als de generaties voor hen. Zij worden bijgestaan door trouwe medewerkers, die soms al tientallen jaren op Springfield werkzaam zijn. Jeanette houdt zich vooral bezig met de marketing van de wijnen, terwijl specialist Abrie zijn aandacht heeft gericht op de wijngaarden en het wijnmaken. Dat is de kracht van een familiebedrijf: de persoonlijke aandacht voor alle details. Ook voor de bezoekers van het estate is de familie-atmosfeer die het bedrijf ademt een bijzondere ervaring.

Door zijn bezoeken aan Frankrijk heeft Abrie geleerd om in de wijngaard nieuwe snoeitechnieken toe te passen. Daarbij wordt het accent gelegd op de groei van nieuwe scheuten, die de druiven in de zomer beschermen tegen de hete middagzon van Robertson. De rendementen zijn sterk beperkt, om een hoge kwaliteit fruit te kunnen produceren, voor wijnen met veel diepte en structuur. Hoewel de witte wijnen hier altijd heel succesvol zijn geweest, zijn er de laatste jaren toch meer blauwe druiven aangeplant, zoals cabernet franc, merlot en pinot noir. Daarmee is de verhouding tussen rood en wit nu gekomen op 50/50, dus gelijke hoeveelheden. Bij de aanplant is er scherp op gelet dat elk druivenras is aangeplant op de meest geschikte ondergrond en in het meest geschikte microklimaat. Zo kan er met elke druif een optimaal resultaat geboekt worden.