Eau de Vie
De naam Eau de Vie (levenswater) komt uit Frankrijk en het Franstalige deel van Zwitserland. Al in de middeleeuwen stookten monniken hier Eaux de Vie van diverse soorten fruit. Met name pruimen, kersen, perziken en peren zijn veelgebruikte grondstoffen, maar de diversiteit aan gebruikte fruitsoorten is zeer groot. Een goede Eau de Vie bevat precies de essentie van de fruitsoort in smaak en geur. De kwaliteit van het gebruikte fruit is hierbij van groot belang en vaak zijn vele kilo’s fruit nodig om slechts een klein aantal flesjes te kunnen produceren. Dit maakt dat goede Eaux die Vie vaak vrij kostbaar zijn. Fruitdistillaten worden in de regel niet gerijpt op hout, alhoewel sommige producenten hun jonge distillaten wel enige tijd laten rusten in glas of staal om deze zachter te maken. Overal waar fruit wordt verbouwd zijn wel producenten van fruitdistillaten te vinden, maar de belangrijkste productiegebieden liggen verspreid over het midden van Europa, beginnend bij de Elzas in het westen, daarnaast Duitsland, Zwitserland, Noord-Italie en Oostenrijk, en dan verder centraal Europa in. Een Eau de Vie wordt traditioneel puur gedronken, alhoewel ze tegenwoordig ook steeds vaker in cocktails worden gebruikt.