Spanje
Gemeten naar beplante oppervlakte is Spanje het grootste wijnland ter wereld. Dat het qua volume pas op de derde plaats staat, heeft te maken met de veelal lage opbrengsten. Die lage opbrengsten hebben alles te maken met de soms barre omstandigheden waaronder de druivenstokken zijn aangeplant. Grote delen van het land zijn immers warm en droog, op het woestijnachtige af. Aan de ligging van de wijnbouwgebieden is dat duidelijk af te lezen. De meeste wijngaarden liggen in het noorden en oosten. Een belangrijke uitzondering op deze regel is La Mancha, ten zuiden van Madrid. Dat is het grootste wijngebied ter wereld.
Spanje heeft een eeuwenoude wijnbouwtraditie, die teruggaat tot de tijd dat de Romeinen het voor het zeggen hadden. Internationale faam genoot het tot voor kort slechts in bescheiden mate, en dan alleen met versterkte of zoete wijnen, zoals Jerez (sherry) en, in de 19e eeuw, Malaga. Bij de productie van andere wijnen ontbrak het simpelweg aan de nodige kennis. Wit was oxidatief, rood alcoholisch.De eerste tafelwijn waarmee het land opzien baarde, was rode Rioja. Dat gebeurde pas eind 19e eeuw, mede dankzij een forse inbreng uit Bordeaux. Rond 1900 kwam in Catalonië de productie van mousserende wijnen van de grond. Onder de naam Cava zouden die wereldwijd groot succes gaan oogsten.
De grote doorbraak van Spanje als leverancier van kwaliteitswijnen is eind jaren 80 begonnen. Na het herstel van de democratie en de toetreding tot de Europese Unie is een moderniseringsproces op gang gekomen dat zijn weerga niet kent. Spanje heeft zich sindsdien onderscheiden met zowel 'mondiale' wijnen, gemaakt van internationaal populaire druiven, anderzijds met heel typische, oer Spaanse wijnen, maar dan wel gemaakt volgens de modernste inzichten. Het land heeft zodoende voor elk wat wils.
Spanje kent een grote verscheidenheid aan klimatologische omstandigheden en landschappen. Het koele en natte Galicië in het noordwesten verschilt in zo ongeveer alle opzichten van het warme zonnige Andalusië in het zuiden. En de mediterrane gebieden met hun milde klimaat voelen heel anders aan dan de hoogvlakten in het binnenland, waar het zowel verzengend warm als ijzig koud kan zijn.
Droogte is in Spanje een vrij algemeen probleem. Omdat irrigatie van de wijngaarden verboden is, is het aantal stokken per hectare laag. Ook de opbrengst ligt stukken lager dan in andere Europese wijnlanden. Zodoende heeft Spanje wel de grootste beplante oppervlakte ter wereld, maar is het slechts de derde producent in termen van volume.
Spanje's bekendste druivenras is de tempranillo. Hij staat in zo veel gebieden aangeplant, dat het aantal synoniemen legio is. Je vindt hem o.a. in Rioja, Navarra, Ribera del Duero, La Mancha, Valdepeñas en langs de Middellandse Zee. Andere bekende blauwe druiven van Spaanse origine zijn de garnacha, internationaal beter bekend als grenache, en de murviedro, alias mourvèdre. Bij de witte springen macabeo, albariño, verdejo en palomino eruit ls typisch Spaans De eerste levert het fruit voor een groot aantal wijnen in het noorden en noordoosten van Spanje, de tweede voor Rías Baixas, de derde voor Rueda en de vierde voor Jerez. In gebieden die pas recentelijk ontwikkeld zijn, hebben internationale rassen een sterke positie. De Spaanse wetgeving is in deze heel tolerant geweest.