Jean-Luc Jamet
Joseph Jamet begon in 1950 met het vergaren van de mooiste percelen binnen de Côte-Rôtie. Destijds had de wijnbouw hier geen hoofdrol en waren de meeste percelen beplant met perzik- of abrikozenbomen. Inmiddels hebben deze boomgaarden allang plaats gemaakt voor zeer gewilde wijngaarden. Hoe pretentieloos Jamet zich ook opstelde, het domein steeg naar de top van de Côte-Rôtie en zeker de wijnen van de Côte Brune behoren tot van de beste Côte-Rôtie's en betekende een formidabele erfenis voor zijn zoons Jean-Luc en Jean-Paul in de jaren tachtig.
Jean-Luc bewerkte de wijngaarden en Jean-Paul werd verantwoordelijk voor de wijnbereiding en de commercie. In 2013 was de breuk tussen de broers echter een feit en hoewel Jean-Luc dus enigszins in de schaduw vertoefde, is zijn bijdrage aan de internationale faam van dit domein evident. Jean-Luc was zo goed als volledig verantwoordelijk voor de wijngaarden onder het oude, verenigde familiedomein en bleef na de breuk in het bezit van de helft van de percelen maar zonder kelders en vinificatie ruimte en zelfs zonder recht op de domeinnaam. Hij was gedwongen om een deel van de eerste eigen oogst te verkopen aan handelshuizen, maar heeft zijn reputatie in razend tempo herwonnen en bottelt alweer 100% van zijn wijnen!
Van de in totaal 8 hectare aan wijngaarden zijn vijf hectare Côte-Rôtie geclassificeerd. De tien verschillende percelen Côte-Rôtie zijn gelegen op de beste lieu-dits: Lancement, La Landonne, Fongeant, Côte Bodin en Les Moutonnes, waar de bodem voor belangrijk deel uit schiste bestaat. De druivenoogst wordt deels samen gevinifieerd en deels later geassembleerd gaandeweg de wijnbereiding. Uiteindelijk ontstaat er één cuvée genaamd ‘Les Terasses’, wat een grote zeldzaamheid is geworden binnen deze appellation.